Cultureel kapitaal
In dit deel brengen we data over de culturele infrastructuur in Rivierenland in beeld. Het
Volgens cijfers van de Rijksdienst Cultureel Erfgoed bevinden zich in Rivierenland 13 musea in 2023 (RCE 2024). Bekeken naar het aantal musea per 100.000 inwoners komt deze regio op een derde plek terecht in vergelijking met andere Gelderse regio’s. Inwoners uit Culemborg hoefden het minst ver te reizen naar het dichtstbijzijnde museum met een gemiddelde afstand van 1,6 kilometer in 2023. Binnen deze regio moesten inwoners uit Maasdriel het verst reizen met een gemiddelde afstand van 4,7 kilometer (CBS 2025). In komende edities hopen we meer inzicht te krijgen in het aanbod van musea op regionaal niveau.
Rivierenland kent een rijke infrastructuur wat betreft erfgoed. Zowel voor het aantal rijksmonumenten als het aantal beschermde stads-en dorpsgezichten per 100.000 inwoners komt deze regio steevast op plek 1 in vergelijking met andere Gelderse regio’s. In 2023 bevonden zich hier bijvoorbeeld 483 rijksmonumenten per 100.000 inwoners en 3,9 beschermde stads- en dorpsgezichten. Ook als we de absolute aantallen bekijken komt deze regio hoog uit: voor zowel rijksmonumenten (1230 in 2023) als beschermde stads- en dorpsgezichten (10 in 2023) op plek 2 van Gelderse regio’s (RCE 2024). Alleen de Groene Metropoolregio stijgt qua absolute aantallen boven Rivierenland uit. In komende edities hopen we andere onderdelen van de culturele infrastructuur beter inzichtelijk te maken, waaronder erfgoedverenigingen.
Voor de podiumkunsten zijn weinig data beschikbaar die een volledig beeld geven op regionaal niveau. In absolute aantallen bevinden zich in Rivierenland in 2023
In Rivierenland bevinden zich volgens cijfers van de Nederlandse Vereniging van Bioscopen en Filmtheaters (NVBF) 4 bioscopen in 2024. Dit betekent dat er 1,5 bioscoop is per 100.000 inwoners. In vergelijking met andere Gelderse regio’s komt Rivierenland daarmee op plek 4. De potentiële capaciteit van deze bioscopen ligt ook lager dan in de meeste andere regio’s. Wat betreft het aantal bioscoopstoelen (716 in 2024) en aantal bioscoopschermen (4 in 2024) komt de regio op respectievelijk een vijfde en zesde plek uit in vergelijking met andere regio’s. In komende edities van de Gelderse cultuurmonitor hopen we meer inzicht te krijgen over ontwikkelingen over de tijd: die data is tot op heden niet beschikbaar. Ten opzichte van 2022 is de gemiddelde afstand die inwoners uit verschillende gemeenten in deze regio moesten afleggen flink vergroot. Dit geldt met name voor inwoners uit de gemeenten Tiel en West Betuwe. Waar inwoners uit deze gemeenten in 2022 nog respectievelijk 3 en 13,9 kilometer aflegden naar de dichtstbijzijnde bioscoop, is dit in 2023 een afstand van
Sociaal kapitaal
Rivierenland is, als we naar de resultaten uit de cultuurpeiling kijken, een regio die qua cultuurdeelname in lijn is met het provinciale gemiddelde. Zo heeft 89% van de inwoners in het afgelopen jaar minstens één culturele activiteit bezocht. Daarnaast heeft 80% van de inwoners een culturele hobby beoefend – als we gamen, de populairste vorm van cultuurbeoefening daarbij niet meetellen, heeft 63% van de inwoners een culturele hobby beoefend. Van de cultuurbeoefenaars uit Rivierenland doet 23% dit in groepsverband. 29% van hen heeft in het afgelopen jaar een of meerdere lessen gevolgd. Ook heeft 74% van de mensen minstens één erfgoedlocatie bezocht, en deed 39% van de inwoners uit Rivierenland aan erfgoedbeoefening – van deze beoefenaars deed 20% dit in groepsverband.
Ook rondom lidmaatschap en steun zien we een relatief gemiddeld beeld: 27% van de inwoners heeft de cultuursector gesteund, bijvoorbeeld door onbetaald werk te verrichten (9%) en/of door geld te geven (19%).
Wanneer het gaat over het belang dat aan erfgoed wordt gehecht, is dat wederom veelal in lijn met het provinciale beeld. Zo vindt 71% van de inwoners erfgoed belangrijk voor de samenleving, en vindt 35% van hen dit belangrijk voor hen persoonlijk. Cultuurbezoek en -beoefening, en erfgoedbezoek, vormen voor tussen de 34% en de 40% van de inwoners een belangrijk deel van hun leven. Voor erfgoedbeoefening ligt dit percentage op 23%. De Gelderse geschiedenis en monumenten worden tot slot door circa 70% van de inwoners als belangrijk gezien voor de Gelderse identiteit.
Dit gemiddelde beeld zien we ook terug in de beoordeling van het cultuuraanbod in rapportcijfers – met een 7,2 voor het totale cultuuraanbod, en cijfers tussen de 6,6 en 7,2 voor deelaspecten, zien we ook hier (met uitzondering van het rapportcijfer voor zichtbaarheid) geen afwijkend beeld. Hierbij geven mensen van 40 t/m 64 jaar uit Rivierenland een lager rapportcijfer voor bereikbaarheid (6,6) dan hun regiogenoten (7,4).
In bovenstaande percentages en bevindingen wijkt Rivierenland niet statistisch significant af van de andere regio’s. Toch zien we ook enkele aspecten waarop Rivierenland verschilt van de andere regio’s en het provinciale beeld. Zo zien we dat, ondanks dat de mate waarin cultuur- en erfgoeddeelname als belangrijk onderdeel van het leven wordt gezien niet afwijkt het provinciale beeld, het belang van kunst en cultuur voor inwoners persoonlijk én voor de samenleving, minder leeft. Dit zien we ook terug wanneer aan niet-bezoekers gevraagd is waarom zij in het afgelopen jaar niet bezocht hebben: 68% van hen geeft aan geen interesse te hebben in kunst, cultuur en erfgoed, waar het provinciaal gemiddelde 46% is. Daarnaast zien we een enigszins lagere bestedingsbereidheid voor cultuurbezoek, en dat men in mindere mate een popmuziekoptreden, een bioscoop of een museum bezocht heeft. Ook zien we een mindere mate van lidmaatschap van
Een opvallend groot deel van de inwoners van Rivierenland geeft aan dat er te weinig voorzieningen zijn voor hun culturele, creatieve, erfgoedkundige of geschiedkundige activiteiten – 25% van de inwoners geeft dit aan, waar dit op provinciaal niveau tussen de 15 en 19% is. Mogelijk heeft dit ook te maken met het lagere rapportcijfer dat de inwoners de zichtbaarheid van het cultuuraanbod geven: een 6,5, tegenover een 6,8 als provinciaal gemiddelde.
Economisch kapitaal
Gemeentelijke cultuuruitgaven
Het CBS geeft op basis van landelijk beschikbare bronnen inzicht in de gemeentelijke cultuuruitgaven, met een uitsplitsing naar verschillende domeinen zoals musea, podiumkunsten en media, naast het totaalbeeld. Het onderzoek is gebaseerd op aanvullende uitvragen rond de jaarrekeningen van gemeenten en provincies (Iv3-data). Onderstaande indicatoren zijn ook te vinden in het dashboard, waar je per gemeente en per regio de uitgaven aan cultuur kunt bekijken. Daarnaast biedt het de mogelijkheid om specifieke gemeenten met elkaar te vergelijken op andere domeinen.
Culturele Atlas
In de Culturele Atlas presenteren we recente cijfers over de financiële situatie van culturele instellingen in de regio Rivierenland. We laten zien hoe inkomsten en subsidies zich tot elkaar verhouden en geven inzicht in de personele en totale lasten. Voor deze analyse hebben we gegevens uit jaarverslagen en jaarrekeningen van 151 culturele instellingen in Gelderland verzameld over de periode 2021-2022. Deze methode sluit aan bij landelijke en regionale cultuurmonitors, zoals in Brabant en Zeeland.
De Culturele Atlas vormt hierbij een aanvulling en verdieping op landelijk beschikbare data. Zo geven de cijfers van het CBS inzicht in de gemeentelijke cultuuruitgaven, uitgesplitst per domein, maar bieden ze geen beeld van de verhouding met overige inkomsten en personele lasten. Op landelijk niveau kunnen we hiervoor gegevens van brancheverenigingen benutten, maar op gemeentelijk niveau is dat (vooralsnog) niet mogelijk. De Culturele Atlas is dus maatwerk en speciaal ontwikkeld voor deze monitor, zodat we
We hebben, ondanks extra zoekinzet, maar weinig gegevens over 2021 en 2022 kunnen vinden. Er zijn cijfers van drie Culemborgse instellingen (twee musea en een theater) en van drie instellingen uit Zaltbommel (een museum, bibliotheek Rivierenland met vestigingen in meerdere gemeenten en een vriendenvereniging). De volgende cijfers zijn dus niet maatgevend voor de inkomsten, subsidies en lasten van de cultuurinstellingen van de hele regio Rivierenland.
Eigen inkomsten
In 2021 zijn er 1 miljoen euro aan eigen inkomsten waarvan iets minder dan 700.000 euro publieksinkomsten (63%). In 2022 is dat respectievelijk 1,2 miljoen euro totaal en weer zo’n 700.000 euro aan publieksinkomsten (60%). Het aandeel sponsoring is iets meer dan 0%, te weten 0,1%. De bibliotheek heeft het hoogste aandeel in de totale inkomsten (82% in 2021 en 72% in 2022). De bibliotheek heeft ook een hoog aandeel publieksinkomsten (op de totale inkomsten), rond de 76% in beide jaren. Bij de musea is dat aandeel gedaald van 66% in 2021 naar 55% in 2022.
Subsidies
In 2021 hebben de culturele instellingen waarover we cijfers hebben voor circa 5,4 miljoen euro subsidies gekregen. In 2022 is dat 6,1 miljoen euro. Het grootste deel van de subsidies hebben we niet kunnen uitsplitsen naar gemeente, provincie, Rijk of cultuurfondsen en is in de categorie overige subsidiënten gevallen. Het gaat hier om de bibliotheek die door meerdere gemeenten wordt gefinancierd. Feitelijk komt dat geld ook van de gemeenten (alleen is uit de stukken niet duidelijk welke gemeente hierin welk aandeel heeft). Zo bezien komt 100% van de subsidies van een of meerdere gemeenten bij deze cultuurinstellingen. Provincie, Rijk of cultuurfondsen dragen niet bij aan de selectie instellingen uit Rivierenland.
Lasten
In 2021 zijn de totale lasten van de instellingen in de regio Rivierenland 6,3 miljoen euro waarvan 3,1 miljoen personeelslasten (50%). In 2022 is dat bijna 7 miljoen euro totaal waarvan 4,7 miljoen euro aan personeelslasten (53%). Hoewel we dus met een kleine selectie instellingen te maken hebben, wijken deze percentages niet sterk af van de data uit de andere regio’s. Vooral bij de (drie) musea zien we een stijging in het aandeel personele lasten op de totale lasten: van 7% in 2021 naar 36% in 2022. Dit wijkt wel af van bijvoorbeeld de (grote) musea in de Groene Metropoolregio (met 49% personeelslasten in beide jaren).
Rato inkomsten/subsidies
De eigen inkomsten maken in 2021 54% uit van de verkregen subsidies, ofwel voor elke euro subsidie verdienen de instellingen zelf nog eens 54 eurocent. In 2022 is de verhouding 51%. De musea verdienen minder in 2022 ten opzichte van 2021: van 37% in 2021 naar 23% in 2022. Bij het theater is dat juist gestegen van 91% naar 150%, ofwel daar staat tegenover elke euro subsidie 1,50 euro eigen verdiensten. Bij de bibliotheek schommelt het getal rond de 16%.
Bedrijvigheid en werkgelegenheid – CBS Microdata
Bedrijvigheid in de creatieve sector in Rivierenland
De creatieve sector in Rivierenland omvat 2.020 bedrijfsvestigingen in 2022 – waarvan er 870 in de subsector Kunsten en cultureel erfgoed vallen. Deze 870 bedrijfsvestigingen beslaan 3% van het totaal aantal bedrijfsvestigingen in alle sectoren in de regio. Er zijn 8,0 bedrijfsvestigingen in de creatieve sector per 1.000 inwoners en 3,5 in de subsector Kunsten en cultureel erfgoed. Wanneer we een rangorde maken van de zes Gelderse regio’s, staat Rivierenland op plek 3 waar het het aantal bedrijfsvestigingen in de creatieve sector, en in de subsector Kunsten en cultureel erfgoed, per hoofd van de bevolking betreft. Dit is opvallend, want als we naar álle bedrijfsvestigingen in alle sectoren per hoofd van de bevolking kijken, staat Rivierenland op plek 1.
Werkgelegenheid in de creatieve sector van Rivierenland
Er zijn 1.100 banen in 2022 in de creatieve sector van Rivierenland, waarvan 450 in de subsector Kunsten en cultureel erfgoed. Per hoofd van de bevolking zijn dit 4,4 banen in de creatieve sector per 1.000 inwoners, en 1,8 banen in de subsector Kunsten en cultureel erfgoed per 1.000 inwoners. De 1.100 banen in de creatieve sector bestaan uit 800 vte’s – de subsector Kunsten en cultureel erfgoed beslaat 300 VTE’s. Rivierenland staat qua aantal banen én aantal VTE’s in de creatieve industrie op plek 5 in een rangordening van de Gelderse regio’s. Waar het de subsector Kunsten en cultureel erfgoed betreft, staat Rivierenland op plek 5 wat betreft het aantal werkenden, en op plek 3 waar het gaat het aantal vte’s in deze subsector.
Naast de werkenden in de creatieve sector, zijn er ook zzp’ers actief. In 2022 zijn er 1.540 zzp’ers actief in de creatieve sector, waarvan 680 in de subsector Kunsten en cultureel erfgoed. Dit zijn 6,1 zzp’ers in de creatieve sector per 1.000 inwoners en 2,7 zzp’ers per 1.000 inwoners in de subsector Kunsten en cultureel erfgoed. In een rangordening staat Rivierenland qua aantal zzp’ers in zowel de creatieve industrie als in de subsector Kunsten en cultureel erfgoed op plaats 3.
Meer weten?
Bekijk het dashboard voor alle indicatoren op regionaal niveau.
Literatuur
CBS (2024) ‘Detaillering cultuurlasten gemeenten en provincies, 2023‘. Op: www.cbs.nl, 11 november 2024.
CBS (2025) ‘Nabijheid voorzieningen; afstand locatie, regionale cijfers‘. Op: www.cbs.nl, 28 maart.
CBS en KB (2024) ‘Dashboard Bibliotheekstatistiek (Gegevenslevering Wsob)’. Op: www.bibliotheeknetwerk.nl.
RCE (2025) De Erfgoedmonitor. Op: www.erfgoedmonitor.cultureelerfgoed.nl.